Diagnose Coeliakie
Afgelopen zondag 16 mei was het wereld Coeliakie dag! Deze ziekte wordt zo slecht gediagnostiseerd dat een beetje extra aandacht wel wenselijk is. Wist je dat Coeliakie vaak bij mensen wordt vast gesteld als zij al boven de 50 jaar zijn? Dit komt omdat de klachten op 1001 dingen kunnen duiden. Daarnaast mogen artsen er ook wel een beetje extra alert op zijn. De Nederlandse Coeliakie Vereniging (NCV) heeft zelfs een folder voor huisartsen gemaakt om hen daar meer op te attenderen.
Bloedonderzoek
Als er verdenkingen zijn op Coeliakie zal de huisarts je vragen om bloed te prikken. Ze willen namelijk zien of er een afwijking in je IgA is te zien. Het IgA staat voor Immunoglobuline A en speelt een belangrijke rol in je afweersysteem. Als je weinig IgA hebt, hebben bacteriën, virussen en parasieten vrij spel. Je kan dan bijvoorbeeld vaker ontstekingen van slijmvliezen in je neus, keel, darmen of blaas hebben. Een deel van de mensen met Coeliakie heeft een verlaagt IgA door het eten van gluten. Een verlaagd IgA kan dus een indicator zijn om een diagnose vast te stellen. Als de huisarts ziet dat je een verlaging hebt, wordt je vaak doorgestuurd naar de ziekenhuis voor verdere onderzoeken.
Begin in fase van het vaststellen van een diagnose nooit met glutenvrij eten.
Coeliakie in je DNA
Het ontwikkelen van Coeliakie is een samenloop van omstandigheden. Naast je immuunsysteem hebben erfelijkheid en de omgeving ook nog een rol. Over de rol van de omgeving is nog veel onduidelijk maar over erfelijkheid weten we meer. Er zijn eiwitten die betrokken zijn bij een respons van je immuunsysteem. Deze verschillende eiwitten worden gecodeerd in je genen. De volgorde en/of combinaties van die eiwitten kunnen de kans op Coeliakie verhogen. In het geval van vast stellen van Coeliakie wordt er gekeken naar combinatie van eiwitten HLA-DQ2.5 en HLADQ8. 40% van de Nederlanders heeft deze combinatie in zijn genen zitten. Het wil dus niet meteen zeggen dat je Coeliakie hebt als je deze combinatie hebt. Wel is er sprake van een verhoogd risico op Coeliakie.
95% van de mensen zijn dragen van HLA-DQ2.5 of HLA-DQ8.
Het vaststellen van het HLA-DQ2.5 of HLA-DQ8 is nooit de eerste stap. Er wordt altijd gekeken naar je IgA. Als hier niets uit komt, maar je hebt bijvoorbeeld een familielid met Coeliakie dan kan het vast stellen een logische volgende stap zijn. Ook wanneer je bijvoorbeeld Diabetes type 1 hebt. Heeft het testen van het IgA niets opgeleverd en wil je verder zoeken? Ga dan in gesprek met je huisarts en neem even de folder van de NCV.
Het testen staat niet op een standaard labformulier maar je huisarts kan dit onderaan het labformulier schrijven.