Dieet bij ondervoeding & sondevoeding
Het aankomen in gewicht kan net zo’n strijd zijn als gewicht willen verliezen. Door de omgeving wordt er vaak gemakkelijk over gedacht ‘Lekker alles eten wat los en vast zit’. Tja, was het maar zo gemakkelijk. Hoe lekker is het om te eten als je helemaal geen trek hebt? Of alleen de gedachte aan eten maakt je al misselijk. Het is echt erg lastig om tegen je zin in te moeten eten.
SNAQ score
Met behulp van de SNAQ score kan bepaald worden of iemand ondervoed is. De vragen zijn:
- Bent u ongewenst afgevallen?
- Meer dan 6 kg in 6 maanden (3 punten)
- Meer dan 3 kg in de afgelopen maand (2 punten)
- Had u de afgelopen maand verminderde eetlust? (1 punt)
- Heeft u de afgelopen maand gebruik gemaakt van drinkvoeding of sondevoeding? (1 punt)
Bij 1 punt of minder is er geen actie nodig. Bij 2 punten is het nodig om energie- en eiwitrijke tussendoortjes te nemen en bij 3 punten of meer is de hulp van een diëtist echt nodig.
Energie- en eiwitbehoefte
De energiebehoefte wordt bepaald door een aantal onderdelen. Voorbeelden hiervan zijn?
- Leeftijd
- Geslacht
- Lengte
- Gewicht
- Bewegingsfactor
- Ziektefactor
Soms kan het gebeuren dat de je minder beweegt door ziekte. Dit betekent dat de bewegingsfactor daalt en dat de ziektefactor stijgt. In de praktijk kan dit vertaald worden naar een hogere energiebehoefte tijdens ziekte en inactiviteit dan wanneer je topfit bent. Het is goed om je te realiseren dat je ook ondervoeding kan zijn als je te zwaar bent. Het klinkt misschien een beetje dubbel. Als je in een korte tijd veel gewicht verliest, verlies je vaak spiermassa en geen vetmassa. Iets wat je juist niet wilt want die spierkracht wil je blijven houden natuurlijk!
Wanneer je ondervoed bent, is het belangrijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen. Eiwitten zijn namelijk de bouwstenen voor onze spieren. Om ervoor te waken dat je geen verlies van de sperkracht krijgt, zijn extra eiwitten belangrijk. Wanneer je niet ziek of ondervoed bent, is je eiwitbehoefte ongeveer 0,8 g eiwitten x je lichaamsgewicht. Bijvoorbeeld: 0,8 g eiwitten x 75 kg = 60 g eiwitten. Als je ondervoed of ziek bent, kan je eiwitbehoefte omhoog gaan naar 1,0 – 1,2 g eiwitten per kg lichaamsgewicht.
Wist je dat?
Neem voor het slapen gaan een grote hoeveelheid eiwitten. Dit kan in de vorm van een mok warme melk, paar blokjes kaas of schaaltje yoghurt. Je lichaam heeft dan ’s nachts ook voldoende eiwitten tot zijn beschikking. Dit is belangrijk voor de opbouw.
Sondevoeding
Wanneer het niet lukt om voldoende eten binnen te krijgen, kan ervoor gekozen worden om te starten met sondevoeding. Je krijgt dan je eten via een slangetje en hoeft er helemaal niets voor te doen. Dit kan in sommige gevallen een ideale oplossing zijn. Die energie die je anders gebruikt om te eten, kan je dan gebruiken om sterker te worden. De diëtist kan je helpen met het opbouwen en afbouwen van de sondevoeding. Daarnaast kan de diëtist ook tips&tricks geven om naast de sondevoeding te blijven eten.
Tijdens de opleiding is sondevoeding een heel klein onderdeel waar kort aandacht aan wordt besteed. Het leren adviseren van sondevoeding heeft Anita dan ook in de praktijk geleerd. Inmiddels heeft Anita meerdere mensen begeleid met sondevoeding en adviseert zij ook huisartsen omtrent sondevoeding.